Radarfunctie en monitoring door Veilig Thuis

Om de radarfunctie goed te kunnen vervullen heeft Veilig Thuis beschikking over informatie uit meerdere bronnen:

• Meldingen van professionals die melden op basis van hun afwegingskader
  In het kader van stap 5 van de Meldcode moeten professionals op basis van hun afwegingskader alle signalen en vermoedens van acuut en/of structureel huiselijk geweld en/of kindermishandeling melden bij Veilig Thuis, óók als zij zelf hulp kunnen bieden. Veilig Thuis kan de gemelde signalen combineren en volgen over een langere periode. Zo komen ze goed in beeld (‘op de radar’).
• Landelijk Veilig Thuis-register
  Elke Veilig Thuis-organisatie beschikt over informatie uit meldingen die eerder zijn gedaan bij andere Veilig Thuis-organisaties. Dit landelijk Veilig Thuis-register maakt het mogelijk na te gaan of niet alleen in de eigen regio, maar ook in andere regio’s eerder een melding is binnengekomen bij een Veilig Thuis.
• Monitoren na actieve bemoeienis
  Het langdurig en intensief monitoren van casussen door Veilig Thuis is tevens onderdeel van de radarfunctie. Veilig Thuis zal in contact met de directbetrokkenen en de betrokken professionals vaststellen of het veilig is geworden en of deze veiligheid in stand blijft.

Hoe werkt de radarfunctie in de praktijk?
Als een professional meldt op basis van de Meldcode (omdat er sprake is van acute en/of structurele onveiligheid in een gezin), betekent dit niet per definitie dat Veilig Thuis altijd actief betrokken zal raken. In sommige gevallen kan de melder, of de al betrokken hulpverlening, prima zelf verder, zonder actieve bemoeienis van Veilig Thuis. In zo’n geval wordt bij het uitvoeren van de veiligheidsbeoordeling overleg gezocht met de melder en wordt de melding weer overgedragen aan de melder. Kort gezegd: er komt geen vervolg bij Veilig Thuis en de betrokken hulp gaat verder.

De vraag ontstaat wat in dergelijke gevallen de meerwaarde is van het doen van een melding. Het antwoord daarop is dat Veilig Thuis de melding tijdens de veiligheidsbeoordeling kan verbinden met eerdere meldingen en met belangrijke aanvullende informatie. Veilig Thuis kan het eigen registratiesysteem en het landelijk Veilig Thuis-register raadplegen, en is daarnaast bevoegd om bepaalde informatie op te vragen bij instanties als de Raad voor de Kinderbescherming, de politie en het Openbaar Ministerie. Veilig Thuis kan hiermee een totaalbeeld creëren van de onveiligheid in een gezin. Dit geheel aan informatie kan vervolgens gedeeld worden met de overdrachtspartij (in dit geval vaak de melder) ten behoeve van de veiligheid en de hulpverlening.

Belangrijk om te weten is dat niet de melder, maar Veilig Thuis beslist welk vervolg de melding krijgt, actieve bemoeienis of directe overdracht. Het is de taak van de melder om de stappen van de Meldcode te volgen en op basis daarvan wel of niet te melden. Het is de taak van Veilig Thuis om te beslissen over het vervolg. De melder kan uiteraard wel vermelden welke verwachtingen hij of zij heeft bij het doen van de melding.

Lees meer in het Factsheet radarfunctie Veilig Thuis.

Veilig Thuis heeft de wettelijke taak om casussen na afronding te monitoren en minimaal een jaar zicht te houden op hoe de veiligheid zich ontwikkelt. In nauwe samenwerking met de leden van het gezin of huishouden en met de betrokken professionals gaat Veilig Thuis na of het in het gezin of huishouden stabiel veilig is geworden en of er gewerkt wordt aan herstel. Bij de start maakt Veilig Thuis afspraken over de momenten en de manier waarop het monitoren zal worden uitgevoerd.

Welke casussen worden gemonitord?
Alle casussen waarbij Veilig Thuis de veiligheidsvoorwaarden heeft vastgesteld, worden gemonitord. In deze casussen heeft Veilig Thuis gesprekken gevoerd met alle betrokkenen en heeft zich op basis daarvan een goed beeld kunnen vormen van de onveiligheid en van de voorwaarden waar tenminste aan voldaan moet worden om de veiligheid te herstellen.

Welke casussen worden niet gemonitord?
Casussen die door Veilig Thuis direct na de veiligheidsbeoordeling zijn overgedragen aan het lokale veld of andere ketenpartners, worden niet gemonitord. Bij deze casussen heeft Veilig Thuis geen veiligheidsvoorwaarden opgesteld met gezin en hulpverleners en daarom vindt geen monitoring op de veiligheidsvoorwaarden plaats. In dit geval gaat de overdrachtspartij de veiligheid monitoren als dat nodig is. Veilig Thuis kan de overdrachtspartij wel adviseren. Bij nieuwe ontwikkelingen die wijzen op zich herhalende onveiligheid doorloopt de overdrachtspartij (of een andere betrokken professional) altijd opnieuw de Meldcode, wat kan leiden tot een nieuwe melding bij Veilig Thuis.

De werkwijze van Veilig Thuis is vastgelegd in het Handelingsprotocol Veilig Thuis. U kunt hiernaast het handelingsprotocol downloaden.